Overheid gegijzeld door zichzelf, niet de ICT-dienstverleners

gun
DuSantos via Compfight cc

DuSantos via Compfight ccOverheid gijzelt zichzelf, niet de ICT-dienstverleners

Op 8 april jongstleden debatteerde de Tweede Kamer over de ICT-aanbevelingen van de commissie Elias. Naast de discussie over het BIT, stelde Verhoeven (D66) dat de overheid “kan voorkomen dat zij wordt gegijzeld door ICT-bedrijven”. Als we de praktijk aanschouwen, stel ik dat het vooral de overheid is die zichzelf gijzelt, in plaats van andersom.

Je zou verwachten dat een partij die zichzelf gegijzeld voelt, op zoek gaat naar alternatieven.  Partijen die het anders doen of een frisse blik kunnen bieden op het probleem dat voorhanden is. De ervaring is anders. Ik geef voorbeelden:

Een gemeente in Nederland vraagt, door middel van knock-out vragen (vragen waar je bevestigend op moet kunnen antwoorden), om een externe medewerker met “minimaal 5 jaar ervaring bij een vergelijkbare organisatie” en “met kennis van en ervaring met de ontwikkelingen binnen de ambtelijke organisatie, in de politiek en maatschappij”.

Of: voor een opdracht wordt een medewerker gevraagd met ervaring met een specifiek project – wederom een knock-out vraag – waarbij het betreffende project loopt binnen een beperkt  samenwerkingsverband van een aantal grote gemeenten.

Daarbij heb ik het nog niet gehad over de zeer specifieke technische kennis die gevraagd wordt. Bijvoorbeeld bij software moet deze soms identiek zijn aan wat de betreffende instelling gebruikt. In beperkte gevallen is deze vraagstelling logisch. In veel gevallen is het echter alsof er gevraagd wordt om een rijbewijs voor een Volkswagen waarbij een rijbewijs voor een ander merk ook zou kunnen volstaan, maar niet wordt geaccepteerd.

Tot slot hebben we in de praktijk gezien dat er afwijzingen plaatsvonden omdat de bestaande organisatie de snelheid van verandering en voortvarendheid van de te plaatsen kandidaat niet aan zou kunnen. De Caluwé (VVD) pleitte in het debat van 8 april voor een cultuurverandering bij de overheid. Als diezelfde overheid echter geen mensen durft aan te nemen die daadwerkelijk mee willen werken aan zo’n cultuurverandering, dan wordt de te bewandelen weg wel heel lang.

Concluderend: de vraagstelling van de overheid voor de bemensing van hun ICT programma’s en projecten laat dus sterk te wensen over. Er wordt gevraagd naar jarenlange ervaring met de overheid en de daar gebruikte middelen en blijkbaar bij voorkeur met dezelfde werkinstelling. Beantwoord je één vraag met “nee”, dan val je al uit de selectie. Als op deze manier de eisen worden opgesteld, is de zin “als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg” (Einstein) ineens bijzonder relevant.

We kunnen dus stellen dat de overheid gewoon op de oude weg doorgaat en er de komende jaren weinig zal gaan veranderen. Een cultuurverandering breng je niet tot stand met mensen die diezelfde cultuurverandering uit de weg gaan en de bestaande situatie handhaven. Het wordt tijd voor een steen in de vijver, in plaats van steevast golfbrekers in te zetten.